BUZZ’ AYAZ - BUZZ’ AYAZ

Artiest info
Website - bandcamp
facebook
label: Glitterbeat Records
distr.: Xango

We zullen er maar met z’n allen van uitgaan, dat we hier in West-Europa niet meteen veel weten over wat er op Cyprus gaande is op muzikaal vlak. We mogen al blij zijn als we het eiland min of meer kunnen situeren op de kaart en als we weten dat er al eens wat politieke spanningen zijn tussen Grieken en Turken, die allebei een aanzienlijk deel van de bevolking uitmaken en die maar niet kunnen afspreken wat ze met het eiland aan moeten vangen, of welke hun eigen positie daarin dan zou moeten zijn.

Voor diegenen die muzikaal wel een beetje “mee” zijn, zullen de namen Monsieur Doumani en Trio Trekke misschien wel een belletje doen rinkelen en dat is waar we heen willen, als we het over deze plaat van Buzz’ Ayaz willen hebben. Dat is namelijk het nieuwste vehikel uit de stal van Antonis Antoniou en waarmee hij muzikaal wil illustreren wat Cyprus eigenlijk is: een mix-eiland, waar rembetiko en Turkse pop zij aan zij de straat op gaan met Amerikaans geïnspireerde psychedelica en West-Europese rock. We hebben het hier over een ware smeltkroes dn die vertaald zich in het hoofd van Antoniou ook op die manier. Hij voelt allerlei sprankels en vonken in zijn hoofd en probeert die vorm te geven middels acht nummers, die nu eens elektrisch, dan weer akoestisch van opbouw zijn en die nu eens uit de jaren ’60 en 70 put, dan weer ronduit voor de rock en aanverwanten uit het begin van deze eeuw kiest.

Hierbij speelt op deze debuutplaat de Engelse klarinettist Will Scott een cruciale rol. Zijn elektrisch versterkte basklarinet is letterlijk toonaangevend doorheen de hele plaat en dat is misschien een beetje toevallig zo gekomen. Antonioou was al heel lang fan van Morphine en wilde iets gelijkaardigs, al was het bij Mark Sandman en de zijnen de sax die de dingen stuurde. De muzikanten van Buzz’ Ayaz kenden elkaar helemaal niet en hadden hooguit via mail wat dingen uitgewisseld, bij wijze van kennismaking en mogelijke toenadering, maar het was pas toen ze werkelijk in de studio zaten, dat het echte werk kon beginnen: hoe laat je al die verschillende stijlen en visies klinken, zodat ze één geheel vormen, zonder dat je in kakofonie belandt.? Twee maanden lang jammen en oefenen, bleek het antwoord. Na die periode vonden de vier muzikanten dat de tijd gekomen was om de live-podia op te zoeken en daar uit te vissen hoe de reacties van het publiek zouden zijn. Dat lukte zodanig goed, dat de vijf dagen studiotijd die geboekt waren, niet eens nodig bleken: in nauwelijks drie dagen tijd waren de acht nummers opgenomen en op dag vier was er alleen nog een beetje werk met enkele overdubs. Het resultaat is een ronduit indrukwekkende plaat geworden, die door Antoniou omschreven wordt als “helemaal Cypriotisch”: wils en enthousiast, kruidig en scheurend bij momenten, maar wel de hele tijd met melodie als uitgangspunt.

Naast ’s mans eigen elektrische tsouras (da’s een snaarinstrument uit de bouzouki-familie) en de klarinet, zijn er de percussiewerken van Ulas Öguç en vooral de inbreng van de toetsen van Manos Stratis, die bij momenten de wonderlijkste orgelklanken produceert en dat levert een bijzondere, maar heel beluisterbare stadsplaat-met-folkbasis op, waaraan je goed kunt horen dat ze muzikanten heel graag live bezig zijn. Van het Midden-Oosten naar Griekenland en weer terug, dat is zowat het traject dat de luisteraar aflegt en waarin hij meegenomen wordt op de ontdekkingsreis van een band die wil uitvissen waar hun muziek hen allemaal kan brengen. Naar mijn aanvoelen, is dat bijzonder ver en ik geef het je op een blaadje: dit gaat de hele muziekwereld verbazen, want het is simpelweg geweldige muziek!

(Dani Heyvaert)